Eupen, de hoofdstad van de Duitstalige gemeenschap – amper groter dan een uit de kluiten gewassen dorp – werd door de gewezen minister, Louis Tobback, lachend ‘Het Monaco van België’ genoemd. Het is een plaats met een heel rijke geschiedenis, maar ook met zwarte bladzijden. Nu is het vooral een levendige, gezellige stad, het ontdekken waard.
Klik hier voor de fotoreportage van Frans Oyen.
Buitenlanders fronsen hun voorhoofd wanneer ze vernemen dat het amper een voorschoot grote federale België, naast drie gewesten, het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoofdstedelijke, zuiver op basis van taal ook drie Gemeenschappen heeft: een Vlaamse, een Franse en een Duitstalige. Deze Duitstalige Gemeenschap heeft voor circa 80.000 inwoners een eigen parlement, ministers, kabinetten en de hele reutemeteut waaronder een treinverbinding naar steden van de andere gemeenschappen en gewesten, een hoofdstad waardig. Het Monaco van België, is volgens onze gids Joseph Gerkens, een compensatie voor de vele jaren van ellende en vernederingen, die ze in het verleden moesten ondergaan. Maar vooraleer we met deze gids op pad gaan, duiken we eerst de geschiedenis in en bezoeken daarvoor het stadsmuseum.
In het Stadsmuseum herleeft de Gouden Eeuw
In de oude koopmanswoning De Ru’s gaan we terug in de tijd en maken kennis met het comfort en de luxe in het dagelijkse leven van de nieuwe rijken uit de 18e eeuw, die graag wedijverden met de oude adel. Hun immense rijkdom verwierven ze met handel in fijne stoffen. Hoe men van de wol van de Merinosschapen de meest verfijnde en kleurrijke stoffen kon maken, wordt er stap per stap heel aanschouwelijk uitgelegd. In de vaste tentoonstelling leer je ook hoe de Eupenaars hun geloof en tradities beleefden. De uitgebreide collectie carnavalsattributen getuigen dan weer hoe uitbundig carnaval hier wordt gevierd. Een audioguide gidst je doorheen dat aantrekkelijk en boeiend museum. Daarnaast zijn er tijdelijke tentoonstellingen over specifieke thema’s, plaatselijke kunstenaars en culturele activiteiten.
Een militair regime moest van Duitsers echte Belgen maken
De Oostkantons met Malmedy, Sankt-Vith en Eupen als centrumstadjes werden na de eerste wereldoorlog Belgisch grondgebied. De integratie van deze nieuwe Belgen verliep aanvankelijk zeker niet vlekkeloos. Onze gids Joseph vertelt over de getuigenissen van oudere inwoners die het hebben meegemaakt: “Van de ene dag op de andere werden alle Duitse leerkrachten vervangen door leraars uit het Hertogdom Luxemburg, die les gaven in het Frans en het Duits. Kan je je voorstellen hoe die kinderen zich voelden bij een tekening op hun schriften van Belgische soldaten die ex-landgenoten in de loopgrachten met hun bajonetten neerstaken met in een tekstballonnetje: ‘Dood aan de Duitse barbaren’. Omdat niet alles naar wens verliep, stond de bevolking vijf jaar lang onder een militair regime om ze – zo werd gezegd – zoals de Congolezen op te voeden tot goede Belgen. Het was dan ook niet te verwonderen dat in 1940 45% van de Oostkantonners sympathiseerden met de nazi’s zonder te weten tot wat die nazi’s in staat waren. Na de oorlogsjaren hadden velen Oostkantonners, omwille van hun Duitse taal, te maken met discriminaties, haat en beledigingen.
Maar het tij keerde, oude wonden genazen en bij de eerste stap van een unitaire naar een federale staat werd in 1970 de culturele autonomie van de Duitstalige regio erkend. Vandaag heeft deze merkelijk kleinere gemeenschap dezelfde bevoegdheden als de Vlaamse en de Waalse.
Indrukwekkende barokke gebouwen en mooie patriciërshuizen
Terwijl onze gids ons voor een stadswandeling meeneemt door het historisch centrum, blijft hij ons fascineren met boeiende verhalen over de geschiedenis van Eupen. Die begint met een eerste document uit 1200 toen Eupen een belangrijk dorp was in het hertogdom Limburg. Later werd Eupen een onderdeel van Brabant en door het verdrag van Wenen in 1815 kwam het bij Pruisen terecht. We wandelen langs statige patriciërshuizen van de textielbazen met links of rechts ervan een portaal dat de bewoners en hun gasten toeliet overdekt in en uit hun koetsen te stappen via de hoofdingang in de zijgevel. Voor de wevers en de scheerders was het een doorgang naar de achtergelegen werkhuizen. Spring zeker eens binnen in de Sankt Nikolaus hoofdkerk. De rijke textielbazen financierden de zijaltaren en banken. Als beloning werden hun namen gegraveerd op de voorste banken. Maar het waren de gewone Eupense gelovigen die het indrukwekkende barokke hoofdaltaar, een ontwerp van de architect Johan Jozef Couven, financierden.
Waar men gaat langs Eupense wegen, komt men J.J. Couven tegen
Gans Eupen is in feite een openlucht retrospectieve van de befaamde architect Johan Jozef Couven. Tegenover de Vredeskerk huist de regering van de Duitstalige gemeenschap in het enige patriciërshuis uit de 18de eeuw met een open binnenhof, dat Couven tekende in opdracht van lakenfabrikant De Grand Ry. Deze belangrijke Eupense familie was ook de bouwheer van het huis waar momenteel het stadsmuseum is ondergebracht. Maar hij ontwierp ook de meesten van de andere prachtige patriciërshuizen.
Ook zonder gids kan je een boeiende wandeling door Eupen maken met een viertalige brochure die te krijgen is in de toeristische dienst. Het is een stadswandeling van 1,8 km door het historisch centrum, die je in anderhalf uur langs 44 bezienswaardigheden leidt waarbij je telkens de nodige uitleg en achtergronden krijgt.
Liefhebbers van moderne kunst, die hun eisen niet de hoog stellen, kunnen tijdens deze wandeling ook even binnenspringen in het museum voor hedendaagse kunst.
Natuurcentrum Huis Ternell
Voor wie wat meer tijd in de streek kan besteden, heeft de regio nog meer te bieden. Er is niet alleen de stuwdam op de Vesder met het prachtige stuwmeer en zijn natuur eromheen, maar vooral de natuurpracht van de Hoge Venen.
Op zo’n 8 km van Eupen werd een gewezen jachthuis in het Hertogenwoud langs de baan naar Monschau omgevormd tot een natuureducatief centrum. Voor wandelaars en fietsers biedt het museum een initiatie m.b.t. de lokale flora en fauna en onthult het de geheimen van het ontstaan van de venen. Voor lekkerbekken serveert het gezellig café-restaurant streekgerechten uit eigen keuken en een gamma Belgische bieren.
Logeren in een slaapbos
Logeren deden we in Sleepwood, het enige toeristenhotel in Eupen sedert Hotel Ambassador aan de oevers van de Vesder tijdens de watersnood in 2021 tot de eerste verdieping onder water liep en nog steeds niet heropende. Acht jaar geleden kocht toenmalige restauranthouder, Arthur Genten de wat hogerop in de straat gewezen fotozaak. Op het gelijkvloers van 700 m² en de twee er boven gelegen verdiepingen tekende hij de plannen voor een hotelletje met 16 compacte kamers en een restaurant met open keuken voor 24 couvers. Duurzaamheid was daarbij duidelijk zijn motto. Omdat het hout dat in vloeren, wanden en plafonds verwerkt werd een volledig bos vertegenwoordigt, is de naam ‘Sleepwood’ wel erg toepasselijk. Anja Kreins, het meisje dat hij destijds vanaf haar 16 jaar in zijn restaurant opleidde, runt nu op zelfstandige basis het restaurant van het hotel, waar zij op haar beurt jonge mensen opleidt. Ondertussen is het hotel te klein geworden en zal door aankoop van een naburig pand extra kamers worden ingericht.