Laten we het eens hebben over een vraag die de mensheid al sinds de prehistorie uit haar slaap houdt — of nou ja, in elk geval sinds gisteravond toen iemand tijdens een borrel met teveel zelfvertrouwen riep: “Bier is ouder dan wijn, want graan is ouder dan beschaving.”

Tuurlijk, Kevin. En pizza is een groente.

Het Grote Dilemma der Drankzucht

Dus, wat was er eerder: bier of wijn? Een vraag die klinkt als een afstudeerscriptie van een student antropologie met te veel vrije tijd en een drankprobleem. Maar goed, ik ben niet te beroerd om dit antieke zuipmysterie voor u te ontrafelen. Want wat is journalistiek anders dan archeologie, maar dan met een kater?

Team Bier: De vloeibare pap van de beschaving

Bier, zo luidt het verhaal, ontstond toen een stel jagers-verzamelaars vergaten dat je graan ook gewoon kunt opeten. In plaats daarvan lieten ze het gisten in een pot, en tadaa: vloeibare moed, 13.000 jaar geleden al. Wetenschappers vonden residu van gefermenteerd graan in Israël. Waarschijnlijk per ongeluk ontdekt, net zoals penicilline — maar dan zonder het genezende effect.

Volgens sommigen was bier zelfs de reden dat we überhaupt begonnen met landbouw. Niet om te eten, nee, maar om te drinken. Want niets zegt beschaving als een volk dat besluit granen te verbouwen zodat het zichzelf beter kan bezatten.

Team Wijn: De zelfverklaarde aristocratie der alcohol

En dan hebben we de druifjes. Team Wijn komt wat later binnen — rond 8.000 jaar geleden, in wat nu Georgië is. Maar zoals het een echte snob betaamt, arriveerde wijn fashionably late, en gedroeg zich vanaf dag één alsof het al eeuwen de scepter zwaaide over goden, koningen en verveelde Franse filosofen.

Wijn had geen dorst, wijn had terroir. Wijn kwam niet in een pot, maar in een amfoor. En je dronk het niet, je degusteerde het. Met pink omhoog en een blik alsof je net iets hoorde over de herkomst van de kurk.

Historische context: Goden en goot

Laten we eerlijk zijn: in elke oude cultuur werd wijn aanbeden. Dionysus, Bacchus, Jezus — allemaal wijnliefhebbers. Toeval? Natuurlijk niet. Zelfs de Bijbel begint met water dat in wijn verandert. Stel je voor dat dat bier was geweest. Dan hadden we nu de Pilsener van Nazareth gehad. Ik bedoel, kom op.

Niemand beeldt zich een heilige voor met een halve liter Hefeweizen en schuim in z’n baard. (Tenzij het Oktoberfest is, maar daar heeft een heilige zich sowieso nooit laten zien.)

Wetenschap, Schmetenschap

Dus, wat zeggen de geleerden? Archeologisch gezien lijkt bier ouder. Maar laten we wel wezen: “oud” betekent in dit geval “iemand liet zijn pap te lang staan en besloot het tóch op te drinken.” Niet bepaald een culinair meesterwerk.

Wijn daarentegen was meteen elegant, mystiek, en vooral: duur. Bier was de eerste, maar wijn was de eerste die wist wat ze waard was. Typisch.

De enige conclusie die telt

Dus, wat was er eerder? Bier. En het kan me eerlijk gezegd niks schelen. Want zoals met zoveel dingen in de menselijke geschiedenis, was het waarschijnlijk geen bewuste keuze maar gewoon toeval, alcohol en verveling.

Het enige wat écht telt, is dat beide dranken ons geholpen hebben om duizenden jaren beschaving te verdragen. Van de uitvinding van het schrift tot het verplicht luisteren naar een wijncursus op Zoom: zonder alcohol waren we allang terug de boom in geklommen.

Dus of je nu nipt aan een Pinot Noir met tonen van leegte en spijt, of een IPA met het aroma van dennennaalden en arrogantie — hef het glas. Want wat er ook eerder was, jij bent nu, en jij hebt dorst.

Proost, op de oertijd. En op het feit dat we sindsdien bitter weinig zijn opgeschoten.