Het is alweer enige tijd terug dat ik mijn laatste verhaal geplaatst heb. Niet dat ik een serieus writers block heb, maar het is wel de vijfde keer dat ik opnieuw begin. Een van de redenen van mijn writers block is een praktische. Ik heb geen inspiratie omdat het zo bloedheet is in mijn huis. Direct naast mijn laptop staat een ventilator, maar dat helpt maar een beetje. En een lekker koel pilsje mag niet meer van de oncoloog. Alle probeersels heb ik tot nu toe afgekeurd.

Ook mijn huisgenoot Wob heeft duidelijk last van de hitte, hij zoekt koele plekken op en er is weinig beweging in hem te krijgen. Maar vreemd genoeg en tot mijn opluchting lijdt zijn eetlust er niet onder. Hij is onverzadigbaar, nietwaar Wob? Ik heb juist minder trek in eten met die hitte. Maar ja veel cola light en vele liters Spa rood houden me op de been.
Mijn verhaal sluit een beetje aan op mijn vorige. Wordt het een goed paddenstoelenseizoen? In ieder geval worden er op Waarneming en op Facebook veel foto’s van paddenstoelen geplaatst. Vaak alleen een (slechte) foto en er onder de vraagt: “Hoe heet ie?” Zo ook toen ik net klaar was met het reuzenbovisten verhaal. Een foto van een duidelijke boleet. Als de vraagsteller een willekeurig paddenstoelengids gepakt had, had hij of zij direct de naam geweten, nl eekhoorntjesbrood. Een soort met geen ander te verwisselen, behalve dat er vele soorten eekhoorntjesbrood zijn. Voor de culinaire liefhebber maakt dat niet uit. Ze zijn allemaal even eetbaar en smakelijk.



Maar goed, de vraagsteller had de foto geplaatst met de vraag “hoe heet ie?”. Ik besloot antwoord te geven en zei: “dit is het vroeg eekhoorntjesbrood”. Vraagsteller reageerde zoals gewoonlijk met één wedervraag. Het onvermijdelijke ‘eetbaar?’. Ik zou keihard willen uitroepen: “NEE!!” Als je zo’n overduidelijke soort niet zelf op naam kan brengen, mag je hem niet plukken om te eten. Wildplukken is een hype aan het worden. Met als gevolg dat onervaren paddenstoelenliefhebbers zich eraan wagen. NOOIT paddenstoelen verzamelen als de benodigde kennis je ontbreekt! En dat geldt maar al te goed voor de meeste wildplukkers. Ik determineer voor ziekenhuizen, huisartsen en dierenartsen paddenstoelen als men een vergiftiging vermoedt, of een in het gras spelende kleuter een paddenstoeltje gegeten heeft. Dat gebeurt heel vaak en betreft zonder uitzondering altijd de gazonvlekplaat. Geen giftige soort, maar hij is smakeloos tot vies.
Afgelopen zondag werd ik gewhatsappt door een huisarts uit Emmeloord. Een patiënt van hem, een 11-jarige jongen met syndroom van Down, had in de tuin van de instelling waar hij woonde drie kleine bruine geschubde paddenstoeltjes gegeten. Ik schoof alles waar ik mee bezig was opzij, want dit heeft uiteraard prioriteit. Na veel wikken en wegen kwam ik aan de hand van mijn bibliotheek, vooral het boek ‘Fungi of Temperate Europe’ (twee delen; het beste en vooral het zwaarste determineerwerk) kwam ik uit op de zogenaamde ‘gewone viltkop’. Gelijk de arts terug gewhatsappt dat hij zijn patiënt goed in de gaten moest houden, want het is een giftige, weliswaar niet dodelijke, soort. Ik heb er helaas niks meer over gehoord. Ik heb graag feedback.



Terug naar de eekhoorntjesbroden. Ik schreef dat alle soorten eetbaar en smakelijk zijn. Er zijn geen giftige dubbelgangers. Maar, let op!, er is een addertje onder het gras. Er bestaat een soort die een beetje op eekhoorntjesbrood lijkt, maar direct te herkennen is aan de vuilroze kleur van de poriën. Dat is de bittere boleet. En die is ongelooflijk smerig bitter. Mocht je er eentje per ongeluk in je maaltijd verwerkt hebben, dan kan je hele gerecht de vuilnisbak in. Ik heb de bittere boleet één keer gevonden, tijdens een fietstochtje langs de Veluwezoom. Nieuwsgierig als ik ben en zoals het een wetenschapper betaamt, moest ik hem tegen beter weten proeven. Maar op deze smerige bittere smaak had ik niet gerekend. Ik ben direct weer op mijn fiets gesprongen en naar de dichtstbijzijnde benzinepomp gereden. Winkels waren toen nog niet open op zondag en zeker niet op de Veluwezoom. Ik heb een paar grote rollen pepermunt gekocht om van de smaak af te komen. En dat heeft geruime tijd geduurd.
Ik wil tot slot nogmaals benadrukken: ga niet zonder kennis wildplukken. En vergewis je van de goede soort door hem tig keer van alle kanten te onderzoeken. Je vergissen met een vies smakende soort kan ook en dan verpest je je maaltijd. Wil je een foto op Waarneming plaatsen of op Facebook, fotografeer de paddenstoel dan van alle kanten en vergeet zeker de onderkant niet. Ook voor Roots determineer ik paddenstoelen van foto’s en schrijf er vervolgens een verhaaltje bij. Laatst stuurde de hoofdredacteur me een foto met de opmerking erbij: “Hier kan je zeker niets mee?” Laat het nou toevallig een soort zijn die ik heel goed ken. U ziet in de volgende Roots wel de uitkomst.
En tot slot. Wat ik in het algemeen verteld heb over paddenstoelen geldt natuurlijk ook voor planten. Ook hier: ‘zonder gedegen kennis waag je er niet aan’. Je zal maar dolle kervel plukken in plaats van het keukenkruid kervel!
