Sterre Witte werkt sinds de afronding van haar onderzoek in Denemarken.

Wat bedoeld was als een kraamkamer voor mosselen en oesters, bleek vooral een lopend buffet voor hongerige zeesterren, garnalen en krabben. NIOZ-onderzoeker Sterre Witte ontdekte dat een gladde harde ondergrond op de zeebodem jonge schelpdiertjes nauwelijks bescherming biedt. Pas toen ze grillige, complexe structuren aanbracht, kregen de kwetsbare oesters en mosselen rust om te groeien. Op 11 juli verdedigt Witte haar proefschrift aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Zand, schelpen en… zeenaaktslakken?

Schelpdierbanken verdwijnen wereldwijd in rap tempo, en dus onderzocht Witte hoe we dit proces kunnen keren. Op het onderwaterwad van de Waddenzee plaatste ze zestig bakken met verschillende harde materialen — van graniet tot rifblokken van kokosplastic. Wat bleek? Na anderhalf jaar: één enkele oester. Mosselbanken? Nergens te bekennen. Wel doken allerlei andere zeebewoners op: anemonen, vissen, zakpijpen én een uiterst zeldzaam zeenaaktslakje waarvan werd gedacht dat het was uitgestorven. “Qua biodiversiteit hadden we wel wat neergezet,” aldus Witte.

Roofdieren in de rij

De afwezigheid van mosselen en oesters bleek geen toeval. Witte vond sporen van jonge oesters — en een leger roofdieren in de buurt. Zeesterren, krabben en garnalen hadden vrij spel op de eenvoudige ondergronden. “We hadden onbedoeld een snackbar geopend,” zegt ze. Tijd voor plan B.

Schelpdiertjes achter tralies

Om predatie te vermijden, bouwde Witte kleine kooien rond de harde substraten. Met mazen van een millimeter hielden ze rovers buiten, maar lieten jonge schelpdieren door. Resultaat: de kooien zaten vol met jonge oesters en mosselen, de omgeving was nagenoeg leeg. Bewijs geleverd: zonder bescherming redden ze het niet in de diepte. Maar de hele Waddenzee volzetten met kooitjes? “Onzinnig én onwenselijk,” vindt Witte.

De prop als perfecte schuilplek

De échte doorbraak kwam met 3D-geprinte piramides, elk met een andere graad van oppervlaktestructuur. Glad faalde wederom. Maar hoe grilliger het oppervlak, hoe meer schelpdieren zich vestigden. “Denk aan een prop papier,” zegt Witte. “Juist in die vouwen en kreukels vinden jonge schelpdieren bescherming.” Zelfs de zeldzame platte oester — in Nederland praktisch verdwenen — vond er een veilig plekje.

Tips voor natuurherstel: denk grillig

Hoewel Witte geen piramides wil dumpen in de Waddenzee, biedt haar onderzoek praktische inzichten. Natuurbeheerders kunnen bijvoorbeeld kiezen voor ruwe, onregelmatige stenen om schelpdierbanken te herstellen. In Denemarken, waar Witte inmiddels als postdoc werkt, bouwen ze al grootschalig aan natuurherstel met steenriffen en nieuwe mosselbanken. “Wat daar gebeurt, is in Nederland nog ondenkbaar,” zegt ze. “Maar misschien niet lang meer.”

Praktische info

Titel proefschrift: Solid foundations – The interactive role of hard substrate and predation in shellfish reef restoration across tidal gradients
Promotie: 11 juli, 14:30 uur, Academiegebouw RUG, Groningen
Promotoren: Prof. dr. Tjisse van der Heide, prof. dr. Laura Govers en dr. Oscar Franken