Het Nederlandse stroomnet kraakt in zijn voegen. Door de beperkte capaciteit belanden bedrijven en organisaties die hun elektriciteitsaansluiting willen verzwaren, op een wachtlijst. De OV-sector kan echter een sleutelrol spelen bij het ontlasten van het netwerk. Daarom hebben de Rijksoverheid, netbeheerders en OV-bedrijven afspraken gemaakt om de druk op het stroomnet te verminderen en tegelijkertijd de groei van het openbaar vervoer mogelijk te maken. De komende vier jaar wordt hiervoor 3,2 miljoen euro uitgetrokken.

Openbaar vervoer als onderdeel van de oplossing

Nederlandse treinen, trams en elektrische bussen rijden grotendeels op elektriciteit, waardoor het OV sterk afhankelijk is van een stabiel stroomnet. Dit levert een spanningsveld op: het groeiende OV vraagt om meer capaciteit, terwijl het stroomnet al overbelast is. Uit externe onderzoeken in opdracht van de overheid blijkt echter dat het OV zelf kan bijdragen aan oplossingen voor dit probleem.

Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) benadrukt het belang van samenwerking: “We moeten alle zeilen bijzetten om het volle stroomnet aan te pakken. Grootverbruikers kunnen helpen door piekbelasting te spreiden. Het is mooi om te zien dat de OV-sector hieraan wil bijdragen.”

Ook staatssecretaris Jansen (Openbaar Vervoer en Milieu) ziet kansen: “Innovatie is de sleutel. De OV-sector bewijst dat slimme oplossingen niet alleen het stroomnet ontlasten, maar ook de verdere groei van het openbaar vervoer mogelijk maken. Zo snijdt het mes aan twee kanten.”

Concrete maatregelen in de praktijk

Om de druk op het stroomnet te verlichten, zijn verschillende maatregelen afgesproken. Zo zal ProRail in Utrecht samen met de gemeente en netbeheerder Stedin een biodieselaggregaat naast het spoor plaatsen. Deze tijdelijke energievoorziening kan mogelijk ook elders worden ingezet.

Een ander voorbeeld is het Rotterdamse vervoersbedrijf RET, dat sinds begin dit jaar overtollige stroom levert aan de gemeente Rotterdam en natuurorganisatie Zuid-Hollands Landschap. Deze energie, die buiten de spits en ’s nachts vrijkomt, wordt benut voor laadpleinen voor auto’s, bestelbusjes en bouwverkeer. Hierdoor zijn geen extra aansluitingen nodig, wat wachttijden voorkomt.

Daarnaast krijgen regionale busbedrijven hulp bij het sluiten van contracten met netbeheerders. Hierdoor kunnen elektrische bussen uitsluitend ’s nachts opladen, wanneer het stroomverbruik lager is. Ook wordt binnen het stedelijke OV ongebruikte stroomcapaciteit ingezet voor het opladen van andere voertuigen.

Structurele oplossingen en toekomstplannen

De betrokken partijen hebben afgesproken om slimme energieoplossingen op grotere schaal uit te rollen en structureel te verankeren in de bedrijfsvoering. Het Rijk investeert in de verspreiding van kennis en de samenwerking tussen sectoren. Bovendien onderzoeken de ministeries van Klimaat en Groene Groei (KGG) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW) welke wettelijke belemmeringen aangepakt moeten worden om verdere innovaties mogelijk te maken.

Het OV-akkoord volgt op een eerdere overeenkomst met de waterschappen en maakt deel uit van een bredere strategie om sectorbreed afspraken te maken over het verminderen van de druk op het stroomnet. Het convenant is ondertekend door onder andere de ministeries van KGG en IenW, vervoerders zoals NS, RET en GVB, en verschillende gemeenten en provincies. Met deze samenwerking wordt een belangrijke stap gezet naar een toekomstbestendig stroomnet én een duurzamer OV.