Bier is zo oud als de weg naar Kralingen, en nog ouder zelfs!  Niemand weet precies hoe oud bier is, net zoals er niemand is die weet, zelfs bij benadering, hoe oud de weg naar Kralingen is! Ik heb mijn moeder er nooit over gehoord, die als kind in de buurt van Kralingen woonde! In ieder geval waren er in het Midden-Oosten volkeren die de geneugten van het bier goed kenden, zoals de Egyptenaren en de Soemeriërs. Alleen leek dat niet op het bier van nu, behalve dat er veel alcohol in zat. Er zijn genoeg verhalen bekend van drinkgelagen in het oude Egypte! Maar daar ga ik het verder niet over hebben, het wordt al lang genoeg vrees ik, als ik al mijn aantekeningen in mijn verhaal ga verwerken! In ieder geval loop ik over van de anekdotes! Terwijl ik het ene verhaal, na het andere in mijn hoofd krijg, heb ik besloten om daar een selectie uit te kiezen.

Mijn eerste kennismaking met bier was in 1966, ik was 15. Met de borrel op zondagmiddag kwam er alles wat er maar bestond aan drankjes op tafel, maar geen bier. Ik dronk longdrink, dat mocht van mijn vader. Een scheutje Martini, 7UP, ijsblokjes en een schijfje citroen. Daar zat altijd wel een pit in. Ik kon uren (bij wijze van spreken dan) kijken naar het pitje dat op de bubbeltjes van de 7UP naar boven steeg en daar weer terugzonk. Mijn zusje Koosje (Van het verhaal over de wilde dieren in haar achtertuin aan de Rio Grande) haar vriend Harry kwam naar Nederland om haar hand officieel te vragen aan mijn ouders! Helaas ging de geënsceneerde ontmoeting in Nederland niet door vanwege pech onderweg, waardoor zijn vliegtuig terug moest naar New York. Een dag later was de verrassing dus wel compleet. We stonden op het punt om te gaan eten. De bel ging en mijn moeder deed open. Daar stond Harry! Mijn moeder zei tegen mijn zus: Koosje, daar is Harry. Mijn zusje, die een beetje een off day had, antwoordde: ‘Mama, doe niet zo flauw’. Mijn moeder zei, Koos, ik maak geen grapje. Mijn zusje liep naar de deur. Ik hoor nog de schreeuw die ze uitte. Toen de rookwolken waren opgetrokken zei mijn vader: Even de tafel afruimen, eerst borrelen. En sprak de historische woorden: “What do you want to drink!?”. Het even zo historische antwoord was: “Now I am in Holland, I would like a real Dutch Beer”. Maar dat hadden we dus niet in huis. Ik kreeg een por in mijn zij. Mijn vader fluisterde: “Hans ga eens snel naar Spilker, bier halen”. Spilker was de melkboer, waar je naar goed Hollands gebruik na sluitingstijd altijd even kon aanbellen aan de achterdeur. Kom daar nu nog eens om! Hij had beugelflessen Grolsch. Dat is mijn zwagers favoriete bier gebleven sinds die keer!

Er zijn vele verhalen te vertellen over de beugelfles.  De reclame ervoor: Vakmanschap is Meesterschap is een klassieker, nu nog, anno 2023. Ik had vroeger een kroegmaat (samen met zijn twee broers) die op zijn 40e nog in het gelukkige bezit van zijn oma was, waar hij iedere zondag even langs ging voordat hij met zijn broers bij ‘paps en mams’, zoals ze dat noemden, ging eten. Oma schonk een glaasje bier uit een beugelfles Grolsch voor hem, sloot het flesje, en bewaarde dat voor de volgende week. Helaas was dat niet de week erop niet te drinken en heeft hij dat voorzichtig zijn grootmoeder uitgelegd! Heb het altijd een mooi verhaal gevonden! Hij ook trouwens!

In het midden van de jaren ’70 van de vorige eeuw kwam er een groepje boeren op die in het Achterhoeks muziek maakten. Ik zeg het bewust wat denigrerend, omdat Hilversum dat ook deed. Ze wilden een lied opnemen over twee vrienden op de motor, Bertus op zijn Norton en Tinus op zijn BSA. De producer wou het wel accepteren, als het maar in het ABN werd gezongen, dialect kon niet volgens Hilversum. Niks daarvan zei de frontman van de groep, Buizen Berend (Bennie Jolink) terecht, in onze eigen taal! Hij hield voet bij stuk. De rest is geschiedenis. Bennie Jolink kwam op het idee om Normaal Bier op de markt te brengen. Grolsch, wat voor de hand lag, wou er niet aan, dus werd het Gulpener. De directie van Grolsch trekt, denk ik, nog de haren uit het hoofd. Wat een miskleun. Het zou een inbreuk op hun image zijn! Tot enkele jaren geleden had ik nog een flesje ‘Normaal bier’, 20 jaar oud en ongeopend. Ik kon er een collega op Naturalis heel blij mee maken. Maar onder één voorwaarde: “Je mag het nooit openmaken!”  En vroeg als tegenprestatie een flesje bier. Dat werden drie hele grote flessen bijzonder bier!

Maar genoeg gebeugelfles! Er zijn meer leuke feitjes over bier.  Zoals het apocriefe verhaal van het mosterdglas. Nu denkt u, wat nou weer? Nou, heel eenvoudig. Er is een traditie in Vlaanderen met witbier. Dat was bijna uitgestorven, maar opeens kwam het terug. (Terecht, hoewel ik het zelf niet lekker vind. Maar dat doet er niet toe). Het is een Is biertraditie en gelukkig weer in de mode. Witbier heeft niets te maken met de kleur van het bier. Het is een verbastering van het Duitse Weiszenbier, dat tarwebier betekent. Het bekendste voorbeeld is natuurlijk Hoegaarden, de eerste die zich weer meldde op de Vlaamse markt. Met een mooi verhaal! Geen idee of het waar is, maar te mooi om niet te bewaren. Naast de oorspronkelijke brouwerij (lang voor de doorstart) was een mosterdfabriek. De arbeiders gingen tussen de middag  een glas bier halen, met een nieuw mosterdglas. Vers van de tap. Het glas was mooi vormgegeven. En dat is anno nu nog steeds het officiële Hoegaarden glas. Zeshoekig, eigenlijk te groot voor een bierglas, maar ligt lekker in de hand!  Een echt mosterdglas als bierglas als symbool voor de brouwerij! Kan het Vlaamser?

Stroelend Mietje.

In Zelzate, ten noorden van Gent, staat voor het stadhuis een beeldje van een plassend klein meisje. Ze heet Mietje Stroel, Stroelend Mietje, plassend Mietje.  Ze is de officiële verloofde van Manneken Pis en heeft net als hij een enorme garderobe. Eens per jaar, in het voorjaar, plast ze bier in plaats van water, waar je dus gratis je pint onder kan houden. Geeft toch een andere blik op urolagnie! De onbekende brouwer die het schenkt houdt het bij twee vaten, daarna plast ze weer water! Dus er op tijd bij zijn! Ik heb via ik weet niet wat voor entries gezocht naar de brouwer, maar dat blijkt geheim. Zo hoort het ook!

In de jaren ’60 van de vorige eeuw kwam tafelbier op. Bier voor bij het eten met een alcohol percentage van 3,5% en in liter flessen. De eerste, wat ik zelf vaak kocht voor bij het eten in de universitaire mensa, Was Triple Piedboeuf. Eerst één fles, later twee. Jaargenoten die bij me aanschoven, namen altijd een glas mee… De Gruyter, die van het Snoepje van de week, kon natuurlijk niet achterblijven en kwam met ‘Bier van Pieters’, met als slogan, koop het met liters. Wat al snel verbasterd werd tot ‘Drink het met liters’

De reclamecodecommissie greep in, dit maakte het toch iets te uitnodigend om het letterlijk op te vatten! Ik heb er een glas van, maar dat staat in een doos boven, in 10 dozen met samen meer dan 30 glazen, ik had geen puf om het op te zoeken.  De zanger, Jan Jansen van het plaatje bij de reclames is verder onbekend en heeft niets met de wielrenner te maken, de tekeningen zijn over duidelijk van Opland.

Een van de mooiste woorden die ik ken is: ‘Allegorie’.  Dit is een van de mooiste voorbeelden ervan in de muziek. Al sinds de zeventiende eeuw! Jazeker! Toen ik deze versie voor het eerst hoorde was ik verkocht. Prachtig. Hoe brouw je bier? Nou, zo dus!