Ik ben een oude lul. Het valt helaas niet te ontkennen. Maar nu dus een column met kinderherinneringen, vind ik leuk! Mag dat? Ja, dat mag! Dank je Mart!
Ik heb een heel fijne kindertijd en jeugd gehad. Soms schieten me flarden herinneringen van de lagere school te binnen. Genoeg om een heel grote ergernis uit te spreken. Die ergernis is de naam. Ik zat op de lagere school. Me nooit voor geschaamd. Maar opeens moest het basisschool gaan heten. Wat een onzin! Het leuke van mijn lagere school was dat die recht tegenover mijn ouderlijk huis was. Mijn moeder kon vanuit huis zien of ik wel oplette! En dat dat deed ze dan ook! De school heette de St. Josephschool.

Ik was jaren niet in Den Haag geweest, maar ging weer eens winkelen op de Fred. Wat de Fred is hoef ik hopelijk niet uit te leggen, die was achter ons huis. De reden waarom ik er ging winkelen was dat ik even een blik wilde slaan op het huis van de Olympisch kampioen, Bart Veldkamp. Die op het moment dat ik er langs kwam net in de deuropening stond om een cadeau in ontvangst te nemen. Wasserette Veldkamp. Ik heb hem letterlijk nog in de wieg zien liggen als ik de was van mijn moeder daar moest ophalen! Toen ik daar kwam na zijn Olympische goud was de RK kerk heel erg aan het afbrokkelen en was de St. Jozefschoolschool een School met den Bijbel geworden. En de naam St. Josephschool was van de gevel gehakt. Wat een hypocriete onzin!

Maar dat terzijde. Maar het moment dat het voorjaar werd is ook een heel zoete herinnering! Fietsen met mijn vriendjes Ernst en Joop. Ik denk dan aan Goede Vrijdag. We gingen naar een verwaarloosd en vergeten duintje, met paden met trappen. We noemde het ‘de trappetjes’. Ook daar ben ik toen een keer naar terug geweest. In de hoop dat het nog bestond. Tot mijn geluk was het nog intact, sterker nog, het was een officieel plantsoen/natuurmonument geworden. Ik hoop minder vuil als toen. Het lag in mijn kindertijd vol met afval, vooral plastic en drankblikjes!!!
Op Goede Vrijdag moest ik vroeg thuis zijn. Als ik de auto van mijn vader hoorde aankomen, was dat voor mij een signaal om naar de kerk te gaan. We gingen naar de Goede Vrijdagdienst met het gezin. Maar ik moest een kwartier eerder als misdienaar aanwezig zijn. Gaf mij een extra status in het gezin! Toog, superplie (wie weet nog wat dat zijn?!) aan. Want misdienaar op zoiets als Goede Vrijdag en Zaterdagnacht de Paaswake was natuurlijk voor ons misdienaars één groot toneelstuk. Daarom zo populair om er dienst te hebben.

Ook leuk was dat de poort naar de speelplaats van de school zolang de conciërge aan het werk was open stond. Dan ging ik in de nazomer appels gappen van een appelboom in de achtertuin van een huis in de Anthonie Duyckstraat! Ik denk zelfs het huis van mijn zusjes schoonvader! En in een perkje met een goudenregen, afgeschermd met een hek, stonden ieder jaar Geschubde inktzwammen. Ik kon er niet bij om ze te plukken, maar het is wel de eerste paddenstoel die ik zelf heb gedetermineerd!
Iets waar ik minder trots op ben is, dat ik een keer met een buurjongen uit een garage een fles diesel had gegapt. De schutting tussen de schuren en de speelplaats was omvergewaaid tijdens een storm. We staken er in een hoek tegen de school wat karton mee in brand. En kregen het bijna niet meer uit. Sinterklaasavond. Ik zag de avond al de mist ingaan. Gelukkig is het ons toch gelukt. Ik heb gezworen nooit meer met vuur te spelen. Hoewel ik dat nog heel vaak gedaan heb. Maar toen heette dat ‘meisjesharten’. Ik was te verlegen om recht door zee te gaan!
