© Siegfried Woldhek.
Verzilting van de bodem
Oorspronkelijk heette mijn column nu: ‘zilte aardappelen’. Maar ik het heb uitgebreid met andere zilte gewassen en met wat oester weetjes, want anders werd het wel een heel kort verhaal!
Een van het grote probleem van de huidige tijd in de landbouw is niet alleen de hoge prijs van energie. Even zo belangrijk is de verzilting van de ondergrond, vooral in kustgebieden. Veel landbouwers vreesden dat het verbouwen van groente een en ander onmogelijk zou worden. Zo wilden landbouwers bij het Grevelingenmeer dat de sluizen dicht bleven, terwijl er plannen zijn om ze op een kier te zetten. Omdat zout water op het zoute drijft ontstond er een zogenaamde spronglaag, op 10 meter diepte. Duikers ontdekten dat het zoute water onder de spronglaag geen zuurstof meer kreeg en, op wat schimmels na, al het bodemleven dood was. Omdat te herstellen is vermenging en doorspoelen nodig. Helaas kregen we toen Henk Bleker (CDA!) als staatsecretaris die er faliekant op tegen was en er een stokje voor stak. Inmiddels zijn de plannen in een vergevorderd stadium om de doorspoeling mogelijk te maken, zodat het bodemleven zich kan herstellen.
Een van de negatieve bijeffecten van het dichthouden van de Grevelingendam is dat de eens zo florissante en winstgevende oesterkweek ook onmogelijk werd, de oesters stierven massaal En dat terwijl de Grevelingen nog een gezonde populatie had van de platte Zeeuwse oester (Ostrea edilis). De meeste oesters die in de Oosterschelde gekweekt worden zijn Portugese of Japanse oesters, respectievelijk Crassostrea angulata en C. gigas. Volgens mijn Amerikaans-Nederlandse collega, Geraat Vermeij, is het echter een en dezelfde soort. Saillant detail: Geraat is blind, hij determineert verbluffend goed schelpen met zijn vingers. Ik heb hem in Leiden vaak geassisteerd.
Volgens kenners is de smaak van de platte Zeeuwse oester superieur ten opzichte van de andere. Ik kan daar niet over oordelen. Ik lust geen oesters. Mijn zwager die in scheepsnavigatie apparatuur handelde, kreeg ieder jaar met kerst als relatiegeschenk van een van zijn klanten een paar dozijn oesters. Hij bracht ze vervolgens mee naar mijn ouders. Ik heb het wel een paar keer geprobeerd, maar het kan me echt bekoren. En toen ik heel zwaar allergisch werd voor mosselen, heb ik het niet meer aangedurfd.
Zelfde probleem op Texel.
Ook op Texel speelde het probleem van de verzilting. Er kwam een tuinder, Marc van Rijselberghe op het idee of er misschien aardappelrassen te ontwikkelen waren die ook konden gedijen op een zilte bodem. Hij slaagde er inderdaad om diverse rassen te kweken. Over van de nood een deugd maken gesproken. In optima forma.

Eerste succes
De beste en lekkerste bleken het ras ‘Miss Mignon’ te zijn, met een hoge opbrengst. (Ik gebruik expres het woord tuinder, boer is zo een beladen woord tegenwoordig). Het werd een doorslaand succes. Toen de eerste oogst binnen was belde ik mijn vriend Arthur Oosterbaan, bioloog bij Ecomare op Texel, of hij een kilootje voor me kon regelen. Hij schoot in de lach en zei: “Nee helaas Hans, dat kan ik niet. Nog voor een aardappel gepoot is hebben de (betere) restaurants op Texel al alles opgekocht”. Het is overigens wel gelukt. Nu kan je ze al in het hele land verkrijgen!

Het leuke aan zilte aardappelen dat je er in principe geen zout bij hoeft te doen, maar de aardappelen zelf smaken zoet. Ze zijn overheerlijk. De tuinder heeft inmiddels wel tabak van het grapje dat er geen zout bij hoeft. Dat begrijp ik wel. De eerstvolgende keer dat ze er weer zijn, waarschijnlijk eind oktober, ga ik ze lekker onder de grill roosteren. Zonder toegevoegd zout natuurlijk! En erbij, beter gezegd vooraf, zilte groentesoep van Texel.
Andere gewassen
Er komen steeds meer zilte gewassen erbij, zelfde tuinder (Marc van Rijselberghe) experimenteert met van alles en nog wat, zelfs zilte aardbeien Nou ja, niet de aardbeien zelf, die zijn zoet. En wit!
Op het Zilt proefbedrijf op Texel zijn inmiddels heel veel succesvolle zouttolerante soorten ontwikkeld, zoals zilte wortelen, witte kool (heeft sowieso zilte voorouders, zeekool, zie verderop) en strandbiet. Ook strandbiet is een zilte voorouder van de onze bekende bieten. Ook hier is dus succes verzekerd. Helaas is het zilt proefbedrijf failliet, maar ik meen dat er een doorstart is. Ik hoop van wel, want dit is zo een belangrijke ontwikkeling!

Ironisch genoeg stond er zeekool, strandbiet, zulte, lamsoor en zelfs zeekraal, naast andere zout minnende planten als de betoverend mooie zeewinde, duinroos en rimpelroos (van het jeukpoeder, de glasnaaldjes in de bolsters) op de uitwatering bij Katwijk. Maar de gemeente Katwijk houdt niet van planten. Dus wordt het talud van de uitwatering bij Katwijk twee keer per jaar volledig kaal gemaaid, ondanks protesten uit natuurorganisaties.
Van nature zilte groenten
Er zijn van nature zilte groenten zoals lamsoren (Limonium vulgare) en zeekraal (Salicornia europea). Lamsoren heb ik helaas nog nooit zelf gegeten. Zeekraal is overheerlijk. Veel mensen eten ze rauw, maar dat is nu net niet de bedoeling. Dan is het erg zout en hard. Het beste is blancheren: even aan de kook brengen en direct onder de koude kraan afspoelen om het kookproces te stoppen. Klontje roomboter erbij en genieten maar! Heerlijk bij gebakken vis, zoals slibtongetjes. Roerbakken is ook goed mogelijk, maar dat heb ik zelf nog nooit geprobeerd!
Terug naar de zilte groenten. Lamsoren en zeekraal groeien gewoon in het wild en met name zeekraal wordt vaak in het wild verzameld. Maar het is logisch dat dat niet zomaar meer mag, om aanslag op de natuur te beperken. Zeekraal wordt dan ook massaal gekweekt. Wat de meeste mensen niet weten is, dat je zeekraal niet zomaar kan plukken. Als de planten te oude zijn worden ze taal en met de namen de middennerf is dan onverteerbaar. Als de planten gekiemd zijn kan je ze na 5 weken oogsten, meestal is dat begin mei. In de herfst, september en oktober gaat zeekraal verhouten kleurt prachtig rood. Maar dan zijn de verhoute planten uiteraard niet meer eetbaar, want de verhoute zeekraal is te oud en te hard. Met een hele nare, scherpe middennerf weet ik uit ervaring.

Lamsoren worden ook geoogst als de planten nog niet bloeien, namelijk van half maart tot eind juli. Daarna komen ze in bloei. Dat is een prachtig gezicht, bijvoorbeeld in de Slufter op Texel. Grappig is dat zeekraal en lamsoren elkaar in de tijd opvolgen. Het ene jaar staat er zeekraal, het jaar daarop lamsoren. Lamsoren kan je blancheren of wokken. Bij het bereiden slinken de planten heel sterk, zoals bijvoorbeeld spinazie. Houdt daar dus rekening mee. Het wordt tijd dat ik het toch eens moet proberen. Ik heb mezelf bij het schrijven erg nieuwsgierig gemaakt. Ik zal eens kijken bij een reformwinkel of bij Ekoplaza.
Een andere eetbare kwelderplant is zeeaster of zulte (Aster tripolium). Let op: Jonge bladeren van zeeaster werden vroeger veel gegeten onder de verwarrende naam ‘lamsoren’. Zo kende ik ze in mijn jeugd ook. Maar die naam is tegenwoordig voorbehouden aan het echte lamsoor. Ook bij zeeaster is het voorjaar de oogsttijd voor de jonge bladeren. Je eet deze gesmoord in roomboter bij vis. Lijkt me heerlijk bij mijn lievelingsvis, sliptong! Zeeaster is een overigens heel belangrijke voedselplant voor o.a. ganzen, schapen en andere grazers. Maar het is ook een heel belangrijke drachtplant voor diverse soorten wilde bijen. Er is zelfs één wilde bij gespecialiseerd op zeeaster. Bij mijn middelbare school was er een kademuur tegenover Madurodam die in september paars kleurde van de zeeaster en daar plukte iedere week een bos voor mijn moeder, die dol was op wilde bloemen in een vaas. (Ik ook nog steeds overigens).
Een ander eetbaar zilt gewas is zeekool, een van de stamouders van onze kool. Deze is dus bij uitstek geschikt om mee verder te experimenteren. Het immers van nature een zoutliefhebber. Hoewel de soort in het wild erg zeldzaam is hij langs de hele kust vaak te vinden. Een heel mooie en grote populatie is er bij de Meijendelse slag tussen Meijendel en Scheveningen in. En gelukkig moeilijk bereikbaar. Dat eigenlijk niet, maar het is heel vermoeiend lopen in het rulle zand. Tot zover de zilte (w)etenswaardigheden. Ik zou zeggen, ga eens lekker experimenteren. En let op de zilte aardappelen. Google over een maandje waar ze te krijgen zijn. Ga ik ook doen!
