In de periode van de Tweede wereldoorlog en de jaren 50 was Nederland sterk verzuild. Dat nam soms groteske vormen aan, zoals bij ons thuis. Wij waren streng Roomsch Katholiek, maar dat is dacht ik inmiddels wel overbekend. Veel van mijn generatiegenoten hebben aan die tijd slechte herinneringen, maar zoals u bij de column over paasgewoonten gelezen heeft, ik in de verste verten niet! Ik heb ook geen ‘grensoverschrijdend gedrag’ van de kerk meegemaakt! Gelukkig!

Eergisteren (18 april) had ik het er even over met mijn hulp in de huishouding en later met het barpersoneel in mijn stamkroeg North End. Ik heb iedereen het begrip ‘verzuiling’ moeten uitleggen. Niemand die dit kende, tot mijn verbazing! Even kort door de bocht: katholieken kochten bij katholieke winkels en protestanten bij protestantse. Zo was onze slager Koerts helemaal aan het eind van de Fred, terwijl er bij ons direct om de hoek een prima slager zat! Ik moest op vrijdag voor mijn moeder bij Koerts de vleeswaren ophalen. Koerts was inmiddels een patatzaak naast de slagerij begonnen, dat betekende voor mij een patatje scoren. Het nuttige en het aangename verenigd dus. Hetzelfde gold voor de melkbezorger. Mijn moeder zwoer bij de katholieke De Sierkan, maar die stopte in 1961, in ieder geval met huis aan huis bezorgen. Toen kwam de gereformeerde melkman Spilker in aanmerking om te bezorgen aan de deur. Mijn moeder heeft maar even gemopperd, want je kon, zoals vroeger gebruikelijk was, na sluitingstijd bij hem aankloppen, wat wij vaak gedaan hebben. En even op de lat schrijven, want afrekenen na 19 uur deed hij niet! Puur uit gemakzucht, niet om principiële redenen wat je eerder zou vermoeden!

Maar consequent was mijn moeder er niet in. Want voor boeken moesten we naar Oomens, terwijl daar pal naast de beroemde boekhandel Paagman was. Nog steeds trouwens! Ik heb ooit bij een van de Paaglieden, zoals we ze voor de grap noemden op school, in de klas gezeten. Ook Roomsch dus! De naam was verzonnen door Pater Beemsterboer, als ik me niet vergis. Maar Oomens woonde boven zijn winkel, bij ons om de hoek. In de parochie dus. De familie Paagman zat aan de andere kant van de Vogelwijk tegen Loosduinen aan, ik heb daar ooit een klasseavond gehad.

Een andere tik van de verzuiling was de kruidenier. Dat verwaterde echter vrij plotseling en snel!  Albert Heijn was protestant, katholieken gingen naar de katholieke De Gruyter. Maar toen ging halverwege de jaren ’50 de verzuiling verdwijnen, hetgeen gelijk de ondergang van De Gruyter inleidde. Men maakte geen onderscheid meer tussen het geloof van de kruidenier en gingen ook wij steeds meer bij Albert Heijn kopen. Dus verloor de Gruyter in sneltreinvaart zijn klanten. Een tweede blunder van De Gruyter was het vasthouden aan de eigen winkelformule met uitsluitend eigen merken. Die overigens prima waren, zeker de koffie. Douwe Egberts (als voorbeeld) verkochten ze eerst niet. Toen de directie daarachter kwam, was het al te laat. De Gruyter ging failliet! Helaas. Ik had wel wat met die winkel. De geur van versgemalen koffie, direct als je winkel binnen ging. In mijn ziel gegrift, daar kon Douwe Egberts niet tegen op. Maar ja, de consument wilde geen losse koffie meer. Het moest in een pak! En voor mijn moeder als bonen, malen werd thuis gedaan! Ik moest op zaterdag wel boodschappen doen bij de Gruyter, want er waren nog veel zaken die mijn moeder beslist van de Gruyter wou, zoals Chocoladerepen! Helemaal prima. Als je voor NLG 2,50 kocht kreeg je voor 10 en later 15 cent (denk aan de tijd, 1960!) het snoepje van de week erbij!

Na de tweede wereldoorlog, in 1948, werd de suiker vrijgegeven. Er was een gigantisch overschot, dat deels door de Gruyter werd opgekocht. Daar maakte de firma snoepjes van die ongevraagd werden meegegeven voor de kinderen bij de kassabon. Het ‘Snoepje van de week’. Het werd de overheid te gortig, de Gruyter moest dat aanpassen. Dat werd één snoepje (letterlijk) met een speeltje, meestal een prul! Maar soms best leuke zaken! De vreemdste heb ik altijd het ‘paddestoelenboekje’ gevonden. Ik heb twee exemplaren, een stukgelezen, die van de foto, en een puntgave. Die kon ik helaas niet vinden. Ik heb die voorin een boek gestopt, maar dan had ik mijn honderden(!) paddenstoelenboeken moeten nazoeken. Het leuke van het boekje is dat de afbeeldingen natuurgetrouw zijn en de teksten wetenschappelijk verantwoord. De auteur is wsl G.D. Swanenburg de Veye, een vooraanstaand mycoloog. Het boekje zal hem geen windeieren hebben gelegd!

 Een ander leuk detail van de winkels was de inrichting, op zijn zachtst gezegd chic te noemen onder andere door de fraaie tegelwanden, met heel mooie schilderingen. Helaas in veel gevallen gesloopt toen de panden in andere handen overging na het faillissement van De Gruyter. Maar in Leiden is er een Chinees die in de zaak de tegels in ere houdt en goed verzorgt. Ik at er al jaren om er toen pas achter te komen dat het de oorspronkelijke inrichting van het De Gruyters filiaal was! Ook in Den Haag, in de Beeklaan, is er een De Gruyter als monument in de oorspronkelijke staat bewaard! En volgens een van mijn zusjes is bij de meesterbakker Roodenrijs de toonbank nog op dezelfde plek als toen het De Gruyter was en zijn de meeste tegels nog intact! Ik zou daar graag een keertje willen gaan kijken om te zien of ik nog iets van de sfeer kan proeven. Frederik Hendriklaan 109. Maar ja, dan moet ik wel iemand hebben met een auto waar mijn rollator in past.

Een toevalstreffer bij het googlen op het adres van de winkel was de volgende. Op zoek naar het adres kwam ik een advertentie tegen van ons huis in Den Haag, afgelopen oktober, waar we woonden tot 1970! Mijn vader heeft het voor een kapitaal verkocht, ik meen NLG 80 000. Nu kostte het, kosten koper, 998 000 Euro! Enerzijds was het huis onherkenbaar, anders waren belangrijke details bewaard gebleven. Zo stond in de advertentie dat alle glas-in-lood ramen intact waren! Ik was erg blij om dat te zien op de foto’s van de makelaar! En de tuin was van boven ook nog heel herkenbaar!