Café ’t keizertje.
Voor mensen die mijn columns altijd lezen zullen er wel stukjes bekend voorkomen. Inmiddels weet ik zelf niet meer wat ik wel en wat ik eerder geplaatst heb. Maar goed, een kniesoor die daarop let. Zoals de laatste tijd wel vaker. Ik weet wat ik wil vertellen, maar ik moet een begin vinden.
In het begin van mijn studietijd was ik heel goed bevriend met Theo de Boo uit Roosendaal. Hij was wat all round, hetgeen hem de bijnaam Bill opleverde, maar bij hem paste het. Hij was niet dik in de klassieke zijn van het woord. Het was mijn beste vriend. Helaas is hij een jaar of vijf geleden overleden aan een beroerte. Ik weet nog goed dat zijn vrouw me belde met de mededeling. Ik kon helaas niet naar de begrafenis, was toen al niet meer mobiel!
Hij kwam op zondag of op maandag met de auto uit Roosendaal, bij zijn ouders vandaan. Hij parkeerde dan de auto voor het huis waar hij als student woonde. De auto stond daar de rest van de week. In Leiden ging hij op de fiets of hij ging lopen. Als zoon van een huisarts, annex politiearts zei hij: ik heb genoeg ellende gezien met chauffeurs met een drankje op. Of ik drink, of ik rij, maar niet beide. Daar was hij heel consequent in! Als hij in Leiden kwam spraken we af in het studentencafé Pardoeza. Meestal zat ik daar al als hij kwam.

Ik bestelde een biertje voor ons en vroeg aan hem: ‘wat doe jij met eten? Zijn klassieke antwoord was: ‘wat dacht je? In mijn mond stoppen natuurlijk!’ Dat was het begin van een klein toneelstukje. Ik zei dan, het is pas half zeven, de mensa gaat om 7 uur dicht, nog alle tijd voor een biertje. En even later. En nu? Kwart voor zeven, nog net tijd voor een biertje (de mensa was om de hoek). En dan: het is zeven uur geweest, de mensa is dicht. Mijn antwoord was vervolgens: op naar Woo Ping!!! Het was ons geweten sussen. We wisten natuurlijk van tevoren al lang dat we naar de Chinees gingen. In tegenstellig wat veel studenten dachten en rondbazuinden was de mensa overigens wel heel goed te eten. We zijn er ook vaak geweest. En de verhalen over kakkerlakken die in je eten vielen waren broodje aap! Het is één keer voorgekomen, maar dat ging zijn eigen leven leiden!
Op een gegeven moment ben ik overgestapt van Pardoeza naar het Keizertje in Leiden. Het café is een van de oudste en beroemdste uit de stad, Alleen heet het nu ‘de Keizer’. Niks daarvan. Radio West interviewde op 3 oktober twee weken geleden op straat voorbijgangers en vroeg aan een bezoeker, wat doe je na de optocht. Antwoord was: naar Het Keizertje. Niks de Keizer! Will (kroegbaas), never change a winning team!

Maar goed, nu eindelijk tot the point van mijn verhaal. Eten!!!!!! En koken. Een bezoekster in de Keizer, oude An, (zo geheten omdat haar dochter jonge An heet, de naam heeft geen associatie met haar leeftijd! had het er een keer over dat ze zou gaan koken voor ons. Het begin van een lange traditie.
Ik weet niet meer wat ze had gemaakt, maar Gebakkie (bijnaam) zei, dan ik doe ik dat de volgende week. Waarop ik zei, dan ik de volgende. We waren uiteindelijk met zijn zevenen. We hebben het elf jaar volgehouden! Ik heb het opgeblazen omdat er wrijvingen ontstonden. Het werd me niet in dank afgenomen.
Iedere zondag kookte een van ons voor de hele club. In het begin dankbaar gebruik makend van de keuken in het Keizertje. Ze hadden een uitgebreide keuken uit de tijd dat het ook nog restaurant was. Uit die tijd stamde ook een salamander. Hoe vaak ik dat heb moeten uitleggen, ik weet het niet meer. Een salamander is een loeihete oven op ooghoogte. Ik baal nog van het feite dat Wil de keuken afdankte en daar mee de salamander.

We hadden dingen van elkaar waar we niet aan mochten komen, zoals de vis van Gebakkie! En nu kom ik bij de zaken die ik waarschijnlijk al eerder hier heb geplaatst. Maar nogmaals, een kniesoor die daarop let! Gerard maakte van alles met vis, ik van alles en nog wat, maar mijn toetjes waren Bawawa’s. Bavaroises, maar als Hagenees kan ik dat niet uitspreken! En die waren dus taboe voor de andere leden!
Ik mocht graag thuis voorbereiden. Meestal maakte ik ook soep, lievelingssoep uiensoep. Maar dan stond er thuis een volle pan soep en die moest naar het Keizertje. Dus een auto regelen. Met de pan soep op mijn schoot stapvoets naar de kroeg. Het is altijd goed gegaan!!!!!! Gelukkig was het op zondag verre van druk hier in de stad met verkeer! Dat is inmiddels wel achterhaald nu de winkels ook op zondag open zijn!
Eén keer per jaar maakte ik een Indische rijsttafel. Dik drie weken werk. Eerst drie weken van tevoren Atjar ketimoen maken. Daarna Sambal Serdadoe uit het kookboek van Bep Vuyk, wel aangevuld met trassi. Ik waarschuwde mijn toenmalige buren als ik dat ging doen, maar gelukkig hielden die ook van Indisch eten.
Vervolgens, heel erg belangrijk, ik heb dat mijn zusje ook een keer geleerd in verband met de kerstmis waar mijn vader vroeg weg wilde. Een draaiboek maken. En dan heb je als alle voorbereidingen klaar zijn zelf de tijd om gezellig mee te borrelen. Maandag opschrijven wat te doen, op post-it velletjes op de koelkast! Boodschappen dus als eerste. Daarna Rendang maken, rustig drie dagen van de tevoren (niet schrikken dus, dan is ie het lekkerst!). En op de juiste volgorde de rest. Om drie uur naar de keuken. Wat door iedereen werd gewaardeerd: De barkeeper van Dienst mocht mee-eten! Jammer dat ik daar geen foto’s van heb! Eén keer heb ik een hongerige klant, buurman Bram uitgenodigd mee te eten. Oh, wat was Oude An kwaad. Mijn verweer was. Ik kook, ik betaal alles en wie van me mee mag eten heb jij niks mee te maken, dat bepaal ik. Bram was me erg dankbaar!
Helaas waren een paar deelnemers erg fantasieloos. Lange Paul maakte altijd maaltijdsalade. Niet erg, maar iedere keer dezelfde ging vervelen. Ik heb hem kookles gegeven. Was achteraf een goed idee toen hij zijn a.s. vrouw leerde kennen. Kon hij thuis wat lekkers op tafel zetten! Dirk en Annemarie konden allebei heel goed koken, maar iedere keer een quiche ging ook vervelen. Ook hun gevraagd variatie in te brengen. Ging gelukkig goed!

Gerard bracht een keer een salade naar beneden met rare knalgele vierkante dingen op de rand. We zaten er raar naar te kijken. Het waren hardgekookte eieren, vierkant gemaakt in een eierpers. en geel gekleurd met kurkuma! Ben gelijk gaan zoeken waar ik er eentje kon kopen. Pierre wind heeft diverse vormpjes om eieren in een vorm te kneden eens op zaterdag in een kinderkookprogramma geshowd. Ik kon ze helaas nergens vinden. Onder andere een konijn! Het vierkante eieren persje heb ik wel. Je doet het gepelde bloedhete ei in het persje, doet de deksel er op en draait het aan. Dan even in ijskoud water, met ijsblokjes. Het ei wordt nu in de vorm gefixeerd.