Ik heb eindelijk weer eens de tijd en vooral de rust voor een verhaaltje. Ik had een aardige aanval van schoonmaak- en weggooiwoede. Met de schoonmaakhulp heb ik al mijn keukenkastjes gesaneerd, dat was geen overbodige luxe. Zij stond op het keukentrapje, ik stond naast haar met een grote vuilniszak. Vervolgens ruimde zij een plank leeg en las daarbij per potje de uiterste houdbaarheidsdatum voor. Ik beoordeel die ruim, een potje augurken dat nog niet open is geweest mag best over de tijd zijn. We hebben hierbij een hoop plezier gehad. En verder zoals de meesten weten, mijn medische onderzoeken. Allemaal in orde gelukkig.
Het is de tijd van het jaar waarin veel feest- en hoogtijdagen elkaar in korte tijd opvolgen. Ik heb als begin 31 oktober, Halloween, gekozen. Ikzelf ben geen fan van Halloween, dat heeft in mijn ogen een onprettige metamorfose ondergaan in Nederland. Naar Amerikaans voorbeeld, waar het feest ook niet meer is wat het ooit was, een kinderfeest. Halloween is afkomstig uit Ierland maar wordt tegenwoordig in grote delen van de wereld gevierd. Ook in Nederland wint Halloween steeds meer aan populariteit. De naam Halloween is Gaelic en luidde oorspronkelijk Hallow-e’en, een afkorting van All Hallows Eve, Allerheiligenavond. Halloween was vroeger vooral een kinderfeest, waarbij de kinderen langs de deur gingen met “Trick or Treat”! Treat is niets meer dan een plagerijtje. Tegenwoordig is het steeds meer een feest voor volwassenen. Gepaard met buitensporige versieringen binnen en buiten en het dragen van buitenissige kleding. In Protestant-Christelijke kringen beschouwt men Halloween als heidens.
In het streng christelijke Ouwerkerk werd afgelopen jaar een gezin dat een een rijkelijk versierde tuin met voor de dorpsbewoners verwerpelijke ornament had duidelijk te verstaan gegeven dat ze die duivelse ornamenten moesten afbreken. De Halloweenvierders kregen ook allerlei brieven met waarschuwingen en toepasselijke Bijbelteksten. Het dorp werd zelfs in tweeën verscheurd. Tegenstanders en mensen die zeiden: laat ieder in zijn eigen waarde. Dat lijkt me niet de bedoeling van een feest! Ga volgend jaar eens rond de tafel zitten en probeer eens uit te praten hoe je Halloween kan vieren naar ieders tevredenheid.
Onlosmakelijk verbonden met Halloween zijn pompoenen. Ook dat heeft Ierse roots. De pompoenen gaan terug op een Ierse gierigaard die de duivel bedotte: Jack-o-Lantern, die, niet welkom in de hemel en in de hel, door de eeuwigheid moest dolen met een lamp. Dat werd in de loop der tijd in de volksverhalen een uitgeholde pompoen, maar dan wel een kleintje. Tegenwoordig worden pompoenen kunstig uitgesneden en met een lampje erin bij de voordeur gezet. Voor het leukste Halloweengebruik met pompoenen moeten we naar Kasterlee in België. Daar is er op Halloween een heuse pompoenregatta, waar tegenwoordig ook teams uit andere landen, waaronder Nederland, aan meedoen. Een kanowedstrijd met een uitgeholde pompoen als boot. En maar hopen dat het ding blijft drijven tot de finish, dat geeft een extra facet aan de regatta!

Veel vriendelijker is het feest van Sint-Maarten. Sint-Maarten is op 11 november.
Het feest beleeft momenteel een sterke opleving. Ik ken het feest uit mijn jeugd, maar op Scheveningen en in Den Haag werd het niet gevierd. De liedjes leerden we wel op school. Met Sint-Maarten komen de kinderen aan de deur, meestal begeleid door een van de ouders. De kinderen dragen een lampionnetje en soms een kleine uitgeholde pompoen met een lampje bij zich. Zodra er wordt opengedaan, zingen ze een liedje in ruil voor wat snoep. Klassiek is “Sinte Maarten, Sinte Maarten, de koeien hebben staarten, de meisjes hebben rokjes aan . . . enz. Verder ben ik nooit gekomen met het leren van de tekst. De meeste mensen overigens ook niet. Hoe korter het liedje, des te sneller de kinderen hun snoep in ontvangst kunnen nemen. Heel opvallend was dit jaar dat er in mijn straat zeker twee keer zoveel kinderen waren dan vorig jaar. Ik was op een gegeven moment door mijn snoep heen en heb twee groepjes kinderen moeten teleurstellen.
11 is ook het gekkengetal. Daar zit ook een heel verhaal aan vast. 11 november is niet alleen Sint-Maarten, maar ook het begin van het carnavalsseizoen. In Carnavalsoorden zoals Oeteldonk wordt op 11 november om 11 minuten over 11 precies Carnaval geopend. En wordt de stad omgedoopt. Den Bosch wordt Oeteldonk.

Even terug naar Halloween. Dat is de dag voor 1 november, Allerheiligen. Toen ik klein was, was Allerheiligen voor katholieken een verplichte zondag waarop je naar de kerk ging. Het was zodoende een verplichte vrije dag. Op deze dag werden alle heiligen (en martelaren) herdacht. Er waren in de middeleeuwen inmiddels zoveel heiligen benoemd dat er geen voldoende naamdagen meer beschikbaar waren. Een goocheme paus heeft toen de verzameldag ‘Allerheiligen’ ingevoerd. Met de ontkerkelijking in de jaren ’60 van de vorige eeuw nam het kerkbezoek sterk af, ook op Allerheiligen. De dag verloor zijn bijzondere status en werd een gewone werk- en schooldag. Geen verloren dag meer in de ogen van economen. De dag daarop, 2 november, is Allerzielen. Op deze dag worden de overledenen binnen je familie en vriendenkring herdacht. In de kerk wordt er dan een requiemmis opgedragen, vaak door de gelovigen gecombineerd met een bezoek aan het kerkhof of de begraafplaats. In veel streken van ons land en met name in België zijn kerkhoven en begraafplaatsen dan één grote bloemenzee. Vooral chrysanten worden massaal op de graven geplaatst. Afschaffen van Allerzielen zou tot een opstand onder bloemenkwekers leiden! Ik kan me niet herinneren of Allerzielen ook een vrije dag was, maar ik dacht van wel. In ieder geval wel voor mij, als misdienaar had je dan dispensatie van school. Het staat me bij dat mijn vader op Allerzielen naar een herdenking ging van de in de tweede wereldoorlog gevallen personeelsleden van zijn bedrijf. Ik meen op de begraafplaats Ockenburg te Den Haag.

Langzaam maar zeker naderen we sinterklaas. Ik kijk graag naar de intocht van de Goedheiligman op de televisie. Dit jaar had ik een tweestrijd, ga ik naar de landelijke intocht kijken of naar die op Scheveningen. Ik heb toch maar naar de landelijke gekeken. Achteraf hoorde ik dat de pieten en de sint in hun conversatie besmuikte dubbelzinnigheden naar de actuele Nederlandse politiek hadden. Toch nog eens terugkijken en goed luisteren, want daar ben ik wel benieuwd naar.
Maar de tijd schrijdt voort. Op de eerste zondag van december begint de Advent. Een periode om langzaam maar zeker in een vrolijke kerststemming te komen, vooral voor (kleine) kinderen die nu gaan beseffen dat het behalve een koude tijd ook een bijzondere tijd is, met veel warme momenten. Dit is de oorspronkelijke gedachte achter de advent, in ieder geval in veel delen van Europa. Ik heb dat ten minste zo ervaren. Vlak voor de eerste zondag van december, het officiële begin van de kersttijd, wordt er door veel mensen in heel Europa een adventskrans gemaakt. Het maken van een adventskrans was in mijn jeugd een gezinsgebeuren. Waar mijn vader het ronde wiel vandaan had weet ik niet meer. Om het wiel werd een krans van kerstgroen gevlochten, van kerstgroen dat niet zo snel uitviel, want de krans moest meer dan een maand mee. Vervolgens werd de krans met een rood lint aan het plafond gehangen. Iedere zondag mocht een van ons een kaars aansteken. Zo had je met kerst vier kaarsen van verschillende lengte over! Ik heb heel veel moeite moeten doen om op internet een foto te vinden met vier ongelijke kaarsen, Wel met brandende kaarsen die even groot waren. Dat is nep! Ook helemaal terug is de adventskalender. Ik kreeg er ieder jaar wel eentje, maar ik maakte ze ook zelf, voor anderen. Dat ik niet mooi kon tekenen (nog steeds niet), nam iedereen op de koop toe! Ik was in ieder geval altijd supertrots op het resultaat. Op een adventskalender zitten deurtjes met een nummer van de dag erop. Iedere dag maak je zo een deurtje open en komt er een afbeelding tevoorschijn. Tegenwoordig heb je adventskalenders in allerlei vormen en maten, vaak met snoepjes of chocolade achter de deurtjes. Of heel iets anders. Bijvoorbeeld flesjes dure parfum (€ 299,–) of zelfs sexspeeltjes. (€ 139,99).

Ik hoorde vandaag op de radio dat veel van onze feestdagen sterk veramerikaanst zijn of rechtstreeks uit Amerika afkomstig zijn. Zo ook Thanksgivingsday. De laatste donderdag van november. Dit feest is gelukkig niet bij ons in geraakt. Gelukkig niet, anders hadden we na het mest-, varkens- en kippenoverschot ook een kalkoenoverschot gehad! De vrijdag na Thanksgiving nemen de meeste Amerikanen vrij en beginnen massaal met de kerstinkopen. Grote winkelketens speken daarop in. Veel klanten gaan direct na het diner met een stoeltje bij de ingang van zo een winkel zitten, zoals wij in de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw bij het begin van de opruiming half januari. Deze vrijdag heeft in Amerika een eigen naam gekregen: Black Friday! En die is wel ruimschoots naar ons overgewaaid.
