Ik had beloofd om mijn column over de bessen te besluiten met de kruisbessen, Dat ga ik nu dus doen! En ik voeg er bramen en frambozen bij. Een stuk later dan ik dat ik van plan was, maar ik moest voor het onderwerp genoeg inspiratie hebben, en dat had ik nog niet. Door Covid! Nu wel inmiddels.
Kruisbessen
Kruisbessen (Ribes uva-crispa) behoren tot mijn meest favoriete vruchten. En dan de groene, de struiken het liefst met veel stekels! Dat zijn ook de obligate kruisbessen voor de kruisbessenvlaaI. En de lekkerste vlaai die er überhaupt is. Ik ben een decennium lang excursieleider geweest op de excursie in Zuid-Limburg voor de tweede jaarsstudenten biologie. Als we naar Zuid-Limburg gingen voor de voorexcursie, een week van tevoren, spraken we af om eerst naar Thorn of Weert te gaan. Daar gingen we vervolgens vlaai kopen. Ik koos steevast de kruisbessenvlaaI! Ieder had zo zijn eigen voorkeur. Er waren er twee die altijd rijstevlaai wilden. Daar heb ik nooit iets aan gevonden. Maar ja, ieder zijn eigen smaak gelukkig.

Een vriend van me uit Limburg schreef me dat ze bij hem thuis toen hij een kind was, er een lichtgebakken eierschuimlaag op deden, om het zure van de kruisbessen te compenseren met wat extra zoet. Als je googlet op een recept voor kruisbessenvlaaI, kom je die meringue laag steevast tegen. Voor mij hoeft die niet! Maar ik hou nou eenmaal van licht zure zaken!
Op je verjaardag mocht je altijd je eten uitzoeken, inclusief het toetje. Een van mijn broers die 10 juli jarig is, koos steevast kruisbessen! Meestal de rode, want die kwamen van struiken zonder stekels! Dus makkelijker verkrijgbaar, nog steeds. Groene zie je nooit meer in de handel, ik denk dat je de hele oogst daarvan alleen op vlaaien ziet! Om de een of andere reden heetten ze in die tijd ook klapbessen. In Vlaanderen hebben ze nog meer volksnamen, die ik recent op internet heb opgezocht. Sjtaekbaer, stekebees, kroesel, knoezel, stekelbes of knoeper. Ik kende ze, op stekelbes na, geen van alle!

De kruisbes is een wilde struik in Nederland, die vaak in bosranden groeit. De bessen zijn klein en heel smakelijk. In de Clusiustuin in de Hortus botanicus in Leiden staat een wilde kruisbes. Heerlijk!!! Ik heb er ooit een in mijn tuin geplant. Die leverde ieder jaar, jaar in jaar uit kilo’s bessen op, die ik behalve dat ik ze zo at, vers van de struik, verwerkte in kruisbessenjam. Ieder jaar weckpotten vol. En die ik uitdeelde op Naturalis. Ik maakte veel te veel voor eigen gebruik. Bij het uitdelen was het wel: ‘als de pot leeg is, wil ik die schoon terug’. Voor de volgende portie jam het jaar daarop! Of de kersenjam en aardbeienjam, maar die maakte ik van fruit van de markt. Maar opeens ging de kruisbessenstruik dood. Ik heb nooit kunnen achterhalen waarom. Een kruisbes heeft geen noodzakelijke jaarlijkse snoei nodig, zoals zwarte bessen en aalbessen, die overigens enkele jaren later ook opeens doodgingen bij me! Kan niet aan watertekort hebben gelegen, mijn tuin ligt naast een sloot!
Nog even terugkomen op de vlaaien. In Leiden is een vestiging van Multivlaai. Hoewel de vlaaien heerlijk zijn en ik ze graag eet, noem ik het geen vlaaien. Een vlaai is een eenvoudige bodem van brooddeeg met een enkelvoudige vulling, met hooguit een vlechtwerk van deeg erover. Geen taarten als tiramisuvlaai of Nutellavlaai om een paar extremen te noemen! Bertus Aafjes heeft in zijn verhalen ‘Post uit Wielewaal’ (=Wijlre) een fantastisch leuk verhaal geschreven over vlaaien. Daarin precies aangeven wat een vlaai was. Namelijk het verwerken van restjes. Thuis werd het deeg gemaakt, gevuld en vervolgens met kruiwagens naar de bakker in het dorp gebracht die ze afbakte in zijn oven! Voor de meeste thuisovens waren de grote ronde vlaaien te groot. Meestal was dat omstreeks Pasen! Recycling avant la lettre! Het verhaal is uit 1949. Toen ik in Wijlre bivakkeerde was dat helaas al verleden tijd! Ook in die tijd kwam er een conservenfabriek op het idee om vlaaivulling in blik te gaan verkopen: Jonker Fris. Bestaat dat nog? kan me niet herinneren dat de laatste tijd gezien te hebben. Maar was wel de start van de vlaaien hype, die helaas verzandde in de Multivlaai ellende!
Bramen

Bij het stukje over diverse soorten bessen had ik een kleine alinea geplaatst over bramen. O.a. i.v.m. de vossenlintworm. Als kind ging ik in september dauwbramen plukken voor de bramenjam. Dauwbramen (Rubus caesius) hebben maar kleine vruchten, dus je moest er veel plukken. Ze danken hun naam aan het ‘rijplaagje’ op de vruchten. We deden dat in het Westduinpark bij Kijkduin in Den Haag. De bramen stonden achter prikkeldraad. Maar Staatsbosbeheer en de andere beheerder (Gemeente Den Haag? Ik weet het niet meer). stonden in de bramentijd het over het hek klimmen voor het bramen plukken oogluikend toe. Nu is het omgekeerd, is het dubbel verboden!!! Kijk altijd of je in het gebied bramen mag plukken. Vaak mag je één bakje van 250 gram voor eigen gebruik plukken. En zeker niet om bramen te plukken voor de verkoop. Is ook nergens voor nodig, bramen zijn ongelooflijk makkelijk te kweken in eigen tuin. Er wordt bovendien gewaarschuwd voor het plukken van bramen in de duinen in verband met de vossenlintworm. Vossen zouden de tussengastheer van de lintworm via de urine verspreiden over de laag bij de grond groeiende bramen. Ik geloof er niets van. Er zijn maar een paar geregistreerde gevallen van een besmetting bekend en een daarvan was bovendien opgelopen in Zuid-Frankrijk! Ook in België is er geen toename van de vossenlintworm. Overigens is de naam vossenlintworm erg misleidend, die de vos ten onrechte verder in een kwaad daglicht zet. De vossenlintworm komt voor bij alle hondachtigen, dus ook bij huishonden en wolven! In de duingebieden zal je eerder last hebben van hondenpies over de bramen dan van vossenpies! Sinds 1996 zijn er enkele gevallen gemeld uit Oost-Groningen en Zuid-Limburg, de duinen staan niet op het kaartje van risicogebieden. Verder is het risico van besmetting er ook bij het eten van paddenstoelen en bosaardbeien, die groeien immers ook laag bij de grond. Als de bramen verwerkt worden tot jam maakt dat de vossenlintworm onschadelijk. Door het koken worden de cysten en eitjes vernietigd. Naast de dauwbraam heb je de enorme soorten-wirwar van grote bramen, waar zelfs de meest ervaren botanici geen raad mee weten! Ik begin er niet aan en noem ze bosbraam, Rubus fruticosus. Je hebt speciale voor de tuin gekweekte rassen zonder stekels.
Doornen (of doorns, mag allebei) en stekels

Juwelen van doornen, zei de duivel boos. Maar die rozen maken ze waardeloos (John O’Mill) Even een kleine uitleg tussendoor. Bramen en rozen hebben stekels. Een sleedoorn heeft doornen. Het verschil is dat het twee verschillende organen zijn. Een stekel is een uitgroeiing van de opperhuid van de stengels of bladeren. Een doorn is een veranderd orgaan, zoals een blad (bladdoorn) of een tak (takdoorn, bij sleedoorn). Alle bosbramen hebben grote verzamelvruchten, iedere braam is als het ware een trosje besjes! De verschillende rassen kunnen erg van smaak verschillen, van zuur tot heel zoet. Maar als je bramenjam maakt, smaken ze allemaal even lekker. Alleen heb je bij zure bramen heb je meer (gelei)suiker nodig. Het vervelende van bramen is wel dat het enorme stikstofliefhebbers zijn en die dus bij de huidige, niet te stoppen uitstoot, niet te stuiten zijn. Hele bospercelen raken erdoor overwoekerd. Maar daar staat tegenover het belang dat bramen hebben als voedsel voor heel erg veel dieren, zoals zoogdieren, vogels en insecten
Frambozen

Maar als ik de braam er met de haren heb bijgesleept, mag de framboos (Rubus idaeus) niet overgeslagen worden! Ook een vrucht waar ik verzot op ben. Ik heb ze in de tuin, zowel rode als gele. Ze zijn begin februari tot de grond toe teruggesnoeid, maar volgend jaar zijn ze wsl weer net zo hoog! Bramen en frambozen zijn nauw verwant. Als ze geen vrucht dragen zijn ze toch gemakkelijk te onderscheiden. Frambozen hebben bladeren met een witte onderzijde, die van de braam zijn groen! Van frambozen bestaan twee vormen: met rode vruchten en met oranje (gele) vruchten. De oranje vruchten zijn heel zacht van smaak, heel anders dan die van de rode. In de tuin naast de binnenplaats van mijn middelbare school stond een gele framboos. Heerlijk. Ik had mijn medegebruikers van die tuin wijsgemaakt, dat de gele frambozen niet eetbaar waren. Zo had ik de hele struik voor mezelf! Frambozen zijn erg kwetsbaar, vandaar dat ze in de handel met zorg gehanteerd moeten worden. Iets dat de prijs hoog maakt! Maar teelt in je eigen tuin is ongelooflijk makkelijk. Ook frambozen gebruikte ik voor het maken van jam, maar alleen van de rode. De gele frambozen kregen de tijd niet om een voorraad te vormen, dan had ik ze al opgegeten. Vorige week zijn alle struiken in mijn tuin tot aan de grond teruggesnoeid. Ik ben benieuwd hoe ze nu gaan uitlopen.

In de landgoederen van de binnenduinen is een schitterende sierframboos, de prachtframboos, ingeburgerd. Ik heb er ooit een zaadje van in mijn tuin laten vallen, dat waarschijnlijk in mijn jas of trui zat. In het begin vond ik dat wel leuk, de bloemen zijn ongelooflijk mooi. Maar helaas, die had bijna de hele tuin overgenomen en is dus nu ook rigoureus teruggesnoeid. En die knip ik gelijk weg als hij straks uitloopt. Hij is heel erg makkelijk te herkennen, ook als hij niet bloeit! Hij is ongelooflijk sterk gestekeld!
