Vanaf 29 maart kunnen bezoekers live het onderzoek en de restauratie van De stier van Potter meemaken. Het monumentale (en grootste!) schilderij in de collectie van het Mauritshuis is 50 jaar geleden voor het laatst behandeld. Sindsdien hebben conserverings-, restauratie- en onderzoekstechnieken een enorme vlucht genomen. Doel van het project, dat anderhalf jaar gaat duren, is nieuwe inzichten te verwerven in de schildertechniek en werkwijze van Paulus Potter en het schilderij nog beter behouden voor komende generaties. Het onderzoek en de restauratie van De stier worden mede mogelijk gemaakt door het Nederlandse familiebedrijf Lely, een legaat, een anonieme particulier en Stichting Retourschip.
Glaswand
Het schilderij verhuist naar een andere zaal, die als atelier wordt ingericht. Het publiek kan door een glaswand bijna dagelijks de restauratoren aan het werk zien. Tussen 29 maart en eind mei vindt eerst onderzoek naar het schilderij plaats, waarna vanaf begin juni aan de uitgebreide restauratie kan worden gewerkt. Die zal waarschijnlijk tot eind ’25 duren.
Ontdekking
Tijdens voorafgaand onderzoek is aan het licht gekomen dat de National Gallery of Ireland (Dublin) een schilderij bezit dat gelinked kan worden aan De stier. Restaurator Jolijn Schilder van het Mauritshuis ontdekte dat Potter ooit een groot schilderij schilderde waarvan het schilderij Kop van een witte stier een fragment blijkt te zijn. De ‘Ierse’ stier is van onschatbare waarde voor het onderzoek naar de ‘Nederlandse’ stier. Dit project is een samenwerking tussen de National Gallery of Ireland en het Mauritshuis. Beide stieren zullen in het Mauritshuis te zien zijn tussen maart en mei 2024.