Het staat als een paal boven water dat paters en monniken beschouwd worden als bewakers of behoeders van eeuwenoude waarden, gewoonten en tradities. Sint-Arnoldus (1040-1087), de patroonheilige van de bierbrouwers, werd al geconfronteerd met wat wij nu een milieuprobleem noemen, namelijk onzuiver drinkwater. Hij begon in de abdij van Sint-Pieter in Oudenburg bier te brouwen omdat puur drinkwater door een pestepidemie onzuiver was. Door de verhitting bij het brouwen verdwenen de bacterieën in het onzuivere water. Zo vonden de monniken een smakelijke en gepaste oplossing voor het probleem.
Door de eeuwen heen bwaarden de paters en monniken de recepten van door hen gemaakte bieren. Ook de recepten van andere dranken (elixers) en productiewijzen werden aan volgende generaties overgeleverd. Meer dan driekwart van wat wij tegenwoordig eten heeft met abdijen te maken.
Om wildgroei in het segment van de abdijbieren tegen te gaan, kwamen de Belgische brouwers de idee op om die bieren met een logo te profileren en met een predicaat: Erkend Belgisch Abdijbier. Zij stelden voorwaarden waaraan de abdijbieren moesten voldoen. In dit boek beschrijft Jan van den Steen de bieren die in 2003 aan deze voorwaarden voldeden en gerechtigd zijn het logo en het predicaat te voeren.